Van Albinoboter tot Studentenhuisvesting

geplaatst in: Artikelen, nr 9, november 2016 | 0

100 jaar ALBINO

‘ANNO 1916’, staat er met grote letters op het pakhuis aan de Brink, vlakbij de Bontebrug. Honderd jaar oud dus inmiddels. Tegenwoordig zijn er in dit pand appartementen gevestigd. Eén van onze redacteuren heeft er gewoond; in het kader beschrijft hij zijn herinneringen daaraan. 

Maar wat is eigenlijk de oorspronkelijke bestemming van dit gebouw en wat is er de afgelopen honderd jaar gebeurd? Antwoorden vonden we bij RHC Groninger Archieven en natuurlijk in het boek over de geschiedenis van de Oosterpoort van de vorig jaar overleden Gerard Offerman. Op de zijkant van het enorme pakhuis is te lezen welk bedrijf het pand in 1916 liet bouwen: de N.V. Albino Maatschappij.

Koloniale – en grutterswaren

De Albino Maatschappij wordt in 1900 opgericht als groothandel in ‘koloniale – en grutterswaren en aanverwante artikelen’. Albino levert zijn waren aan eerst tientallen, later honderden kleinere en grotere kruidenierswinkels in de noordelijke provincies, de ‘Albino-winkels’. Een soort Albert Heijn-formule dus. In de loop der jaren brengt Albino steeds meer eigen producten op de markt. Eigen margarine bijvoorbeeld, onder de naam Albino-boter. In het kerstnummer van het Nieuwsblad van het Noorden van 25 december 1906 wordt er al rijmend voor geadverteerd:

“Wat wel de beste boter is!

Geloof ons allen vrij,

Dat is toch zeker en gewis 

Van de Albino-Maatschappij.

Zij wordt de beste soort genoemd

Door Boer en Burgerstand.

Albinoboter is beroemd

Door heel ons Nederland.

Refrein:

Dàt is Albino!

De beste Margarien,

de toekomstboter,

Want zij is superfien.

Een ieder roemt om strijd

Albino’s deeglijkheid.

Geen tweede is er zoo,

Als Albino” 

… en zo gaat dat nog een paar coupletten door. De ‘Albinoboter’ wordt in 1906 onder meer verkocht bij twee winkels in de Oosterpoort: bij Nienhuis aan de Nieuwstraat hoek Annastraat en bij Kuil aan de Oosterweg “nabij de Veemarkt”.

Uitbreiding

Met het uitbreiden van de activiteiten en het aantal winkels heeft Albino meer ruimte nodig. Reden om in 1916 het nu nog bestaande pakhuis bij het Winschoterdiep te bouwen, vlakbij het Eemskanaal zodat gemakkelijk uit alle windstreken goederen kunnen worden aan- en afgevoerd. Albino krijgt een eigen koffiebranderij, een eigen likeurstokerij en een verfmakerij. In 1927 heeft het concern in het Noorden 300 winkels. Overigens is de N.V. Albino Maatschappij dan niet meer zelfstandig: de aandelen zijn sinds 1918 in handen van margarinefabrikant Van den Bergh, de voorloper van Unilever.

De crisisjaren en de Tweede Wereldoorlog doen Albino geen goed. De eigenaars verplaatsen de hoofdvestiging in 1942 naar Rotterdam en het pand bij het Winschoterdiep raakt leeg. In 1945, na de bevrijding, wordt het gebruikt als tijdelijke gevangenis. In de provincie Groningen worden 15.000 mensen gearresteerd op verdenking van collaboratie. Er is volstrekt geen gevangenisruimte beschikbaar voor zo veel mensen. Daarom gebruikt het Militair Gezag onder meer schoolgebouwen, maar bijvoorbeeld ook Café de Beurs, de Grönniger Sproak, de Korenbeurs en het Albino-pand als tijdelijke gevangenis.

Aagrunol

Daarna begint een periode in de geschiedenis van het pand die grote invloed heeft op het leven in de Oosterpoort. Het pand komt in handen van de NV Kunststoffen Maatschappij, een onderdeel van het Aagrunol-concern. Vanaf de kade aan het Winschoterdiep breidt Aagrunol zich uit in de richting van wat nu de Barkmolenstraat is. De productie van bestrijdingsmiddelen en andere chemische stoffen vlak bij een woonwijk leidt tot grote protesten, zeker nadat de fabriek een paar keer in de fik vliegt. Het duurt nog tot eind jaren zeventig voordat het verplaatsen van de fabriek begint; Aagrunol is pas helemaal weg in 1983. In 1979 wordt het oude Albino-pakhuis verkocht aan de Stichting Studentenhuisvesting, die er 19 tweekamer- en 16 eenkamerwoningen laat bouwen. Die woonbestemming heeft het pand anno 2016 nog steeds.